Toerreglement


  1. Voor elke groep geldt: alleen die snelheden aanhouden als iedereen in de groep in staat is dit tempo te volgen. Elke groep fietst met een stabiel tempo en onder normale weersomstandigheden valt de gemiddelde fietsstnelheid binnen de grenzen zoals in de tabel genoemd. Verder: samen uit, samen thuis tenzij iemand zelf besluit tijdens de rit over te stappen naar een andere groep. We gaan er van uit dat een ieder zijn/haar groep zelf kan uitzoeken. De op 1 na laatste in de groep let er op dat er niemand achterblijft. Indien iemand bij herhaling de zwakste schakel is in de groep dan wordt er van hem/haar verwacht over te stappen naar een lagere groep.
    Het tempo van de laagste groep wordt in de loop van het jaar aangepast aan de conditie van de groep. Er wordt verwacht dat iedereen in het begin van het seizoen opstart. Tot 1 mei komt deze groep niet boven de 27 zonder overleg met hele groep. Daarna wordt er van uitgegaan dat de snelheid omhoog kan door een toename van de conditie. Dat betekent ook dat iemand die na 1 mei instapt zelf eerst enige conditie opbouwt alvorens aan te sluiten bij de groep.
  2. Het bestuur benoemt elk jaar per groep een aantal wegkapiteins. Hiervan is er altijd wel 1 aanwezig. Voor het vertrek worden de groepen ingedeeld en zijn de wegkapiteins bekend. Er wordt onvoorwaardelijk naar de wegkapiteins geluisterd. Bij de wegkapitein kun je tijdens de rit ook dat aangeven waaraan aandacht geschonken moet worden. De wegkapitein registreert na afloop enkele gegevens (gemiddelde snelheid, orde, commentaar, route, groepsgrootte, etc). Mochten er zaken hebben gespeeld tijdens de rit die in strijd zijn met het racefietsreglement dan wordt dat tevens gemeld aan het bestuur. Mochten dezelfde leden bij herhaling het racefietsreglement niet in acht nemen, dan kunnen er door het bestuur maatregelen worden genomen. Ook in overleg met de wegkapitein kan men besluiten om bv onderweg een kop koffie ergens te nuttigen bij lange afstanden.
  3. Vanaf het vertrek worden de groepen gesplitst. Er wordt dus niet aangesloten bij een hogere groep, dus ook niet het eerste gedeelte van de tocht. De wegkapiteins controleren dit.
  4. Indien de grootte van een groep bij vertrek groter dan 14 is dan wordt deze opgesplitst. Echter, met de nieuwe groepsindeling zal dit zelden het geval zijn. Voor de afgesplitste groep wordt ook een wegkapitein benoemd. Indien de groep 1, 2 of 3 bij het vertrek kleiner is als 6 dan wordt aan die groep overgelaten om zich bij een andere groep aan te sluiten. De wegkapiteins van de desbetreffende groepen regelen dit.  Het reglement van de laagste groep wordt dan nageleefd en de wegkapitein komt dan ook uit de laagste groep. Ook bij samenvoegen mag de groep niet groter worden dan 14.
  5. Alle groepen passen de snelheid aan (lees: minderen snelheid!) tijdens het passeren van dorps- en stadskernen en bij het naderen van stoplichten. Voor stoplichten geldt: naderen met gepaste snelheid en indien de voorste 2 besluiten bij oranje, in verband met onze eigen veiligheid, toch door te fietsen dan geldt dit voor de hele groep. Er wordt dan niet plotsklaps middenin het peloton geremd.
  6. Per groep wordt er regelmatig doorgedraaid. Dit betekent dat zowel bij wind mee als wind tegen er op gezette tijden doorgedraaid wordt. De voorste rijders doen dat als volgt; ze fietsen met de voorwielen strak naast elkaar op dezelfde snelheid, er wordt met elkaar gecommuniceerd wanneer er gedraaid gaat worden, daarna houdt de rechter rijder heel iets in qua snelheid, zodat de linker rijder moeiteloos om hem/ haar heen kan naar de rechterpositie voorin, zonder te hoeven versnellen.
    De rijder, die inhoudt laat zich zakken tot achter de wegkapitein, die altijd in tweede positive blijft.
  7. De voorste twee fietsers geven op aangeven van de wegkapitein tijdig en duidelijk de goede richting aan. Als er toch onverwachts van de route wordt afgeweken dan bepalen in eerste instantie de voorste fietsers de richting. Beter eerst de verkeerde kant op dan remmen en ongelukken veroorzaken. Daarna bepaalt de wegkapitein hoe we de route vervolgen.
  8. Ligsturen zijn verboden.
  9. Het dragen van een helm is verplicht
  10. Als er met zijwind gefietst wordt dan wordt er een waaier gevormd. Op smalle wegen, bv op fietspaden, en bij grote groepen worden er meerdere waaiers gevormd (men blijft wel met z'n weeën naast elkaar fietsen).
  11. Wanneer er toch iemand achterop raakt dan wacht of stopt de hele groep. Er wordt dus niet door een deel van de groep langzaam doorgefietst als een ander deel van de groep stopt.
  12. Mocht er iemand door wat voor reden dan ook geen kopwerk meer kunnen of willen doen, dan blijft deze persoon wel doordraaien maar komt niet meer op kop. Hij of zij draait mee tot in tweede positie linksvoor en geeft dan aan bij de tweede persoon rechtsvoor (de wegkapitein) dat hij of zij ertussen wil, deze persoon houdt dan vervolgens heel iets in om dit mogelijk te maken. Vervolgens laat deze person zich zakken tot achter de wegkapitein.
  13. Niet vanuit het peloton voorbij rijden en dan op kop gaan rijden. Een ieder blijft rustig op zijn/haar beurt wachten. Zodra de kop wordt overgenomen dan wordt er goed opgelet dat de snelheid niet plotseling met enkele kilometers/uur wordt opgevoerd. Snelheid opbouwen mag wel, tenminste als de groep dit aan kan, maar dit dient geleidelijk te gebeuren.
  14. Hoe groter de groep hoe meer tijd men moet nemen na een bocht om weer op de gewenste snelheid te komen, dus zeker niet te hard versnellen want de groep werkt als een harmonica en dan moet de achterste na iedere bocht vol aan de bak, terwijl deze vaak de zwakkere broeders zijn.
  15. Het dragen van clubkleding (broek & shirt) is verplicht